woensdag 28 juli 2010

Dushanbe Aeroport

Met een tussenstop te Riga belande ik met een luchtschip vol bergschoenen en Tajikse migranten deze ochtend in Dushanbe. Zo rustig en vredevol was de stad in de ochtend dat je haast zou vergeten dat ik in de hoofdstad was gearriveerd. Je kon de stilte van het omliggende bergland al horen, dat ongeduldig ligt te wachten om morgen ontdekt te worden. Op de vliegreis leerde ik een jongen kennen die als bouwvakker en andere werken meerdere malen reeds in Moskou verbleef. Mirolam woont in het dorp Bolsjeviek niet ver van de Afghaanse grens. Toeval wil dat hij verjaart een dag na de mijne, op de 31ste. Het is niet heel ver van hier (zo een 200 kilometer) en hoop hem te kunnen verrassen die dag. Afhankelijk van de staat der wegen en de klimatologische omstandigheden, maar ik denk dat het een haalbare kaart is. De fameuze kleppers van cols komen later...
Love from Dushanbe

vrijdag 23 juli 2010

(*)!

Tartarije (Latijns: Tartaria of Tataria Magna) was een Europese benaming voor het gebied ten oosten van de Oeral en de Kaspische Zee tot aan de Grote Oceaan van de middeleeuwen tot de 20e eeuw. Voor de tijd van de ontdekkingsreizigers Zheng He en Christoffel Columbus bedoelden de Europeanen met Tartarije meestal elk deel van de wereld buiten Europa en Afrika. Dit gebied werd bewoond door Turkse en Mongoolse volkeren



Deze foto is genomen in de herfst van 2009 te Astrakhan, daar waar de Volga uitmondt in de Kaspische zee.

Hier op mijn één van mijn laatste reizen was ik meermaals tegen de Oostelijke grenzen van Europa gebotst, of liever, was de grens flinterdun geworden met Azië. In Odessa zag ik er notenverkopers uit Oezbekistan. Op de Krim ontmoette ik er de Tataren die jaren als verbannelingen in Kazakhstan hadden geleefd. In Kabardino-Balkarië verbleef ik bij een graficus die nauwe banden met Taskhent, de hoofdstad van Oezbekistan onderhield, omdat ze dezelfde Turkse moedertaal spraken en er op hun beurt ook jaren naar verbannen waren. Ik kon op mijn laatste reizen letterlijk meermaals van Azië proeven.
Zo de tijd is rijp, zoals de zomers blozende abrikozen, om mij in dat andere continent te wagen. Geïnspireerd door mijn allerliefste wielerhelden, lees berggeiten, zocht ik een land uit, waar ik mijn rennershart het meest kan ophalen.
Het Zwitserland van de voormalige Sovjetunie met bergpassen van ruim boven de 4000 meter zullen mij komende maand onder de wielen worden geschoven.
Next Stage:TAJIKISTAN!!! Ik weet er evenveel van als jou lieve lezer...

Uit: "Imperium" van Kapuscinski

Het gelag ging verder zonder de directeur. Er waren heel veel Tadzjiken bijeen. Een van hen begon iets te vertellen, allen barsten in lachen uit. Ik vroeg waar het over ging. Toen vertaalde een leraar het verhaal van een jonge Tadjzik die van de oorlog terugkeerde naar Kominterm. De jonge Tadzjik keerde terug van de oorlog en was zijn taal vergeten. Tegen iedereen sprak hij Russisch. In het dorp zijn er weinig die Russisch kennen, iedereen spreekt Tadzjiks. 'Spreek Tadzjiks,' zei zijn vader, maar de jonge Tadzjik deed alsof hij niets begreep wat zijn vader wilde. Voor het huis van zijn vader liepen de mensen te hoop, iedereen wilde kijken hoe een Tadzjik eruitzag die zijn moedertaal was vergeten. Eerst kwamen de buren, later het hele dorp. De menigte sloeg de jonge Tadzjik gade. Iemand begon te lachen, allen begonnen te lachen. Het hele dorp lachte, het hele dorp schudde van het lachen, de mensen hielden hun buiken vast, kronkelden van het lachen over de grond. Tenslotte hield de jonge Tadzjik het niet meer uit, liep naar buiten en riep tegen de mensen: 'Schei uit!' Hij deed dat in het Tadzjiks en begon vervolgens zelf te lachen. Op die dag herinnerde de jonge Tadzjik zich zijn taal weer, in het dorp werd een schaap geslacht en het feestmaal duurde de hele avond.